
Problemen met adem
Veel mensen ademen ongemerkt te snel of te oppervlakkig. Je haalt genoeg zuurstof naar binnen, maar je lichaam kan het niet goed benutten. Dit verstoort je balans en zet je in een negatieve spiraal van stress en vermoeidheid.
Veel mensen ademen zonder het te merken nét te snel of te oppervlakkig. Dat noemen we over-ademen – eigenlijk een milde vorm van hyperventilatie. Oorzaken zijn vaak stress, spanning, ziekte, veel praten of aangeleerde verkeerde ademgewoontes.
Op papier lijkt er niets aan de hand: je bloed is nog steeds bijna volledig verzadigd met zuurstof (98–100%). Maar er verandert iets anders dat cruciaal is:
-
Door het snelle uitademen daalt het koolstofdioxide (CO₂) in je bloed.
-
En juist dát gas is nodig om de zuurstof uit je bloed over te dragen naar je cellen.
-
Het resultaat: er is wel zuurstof in je bloed, maar je cellen kunnen het maar moeilijk opnemen. Hierdoor vernauwen je vaten zich, ben je sneller moe, en verhoogt je spierspanning.
Je lichaam ervaart dit als een tekort en reageert met nóg sneller ademen. Zo ontstaat een negatieve spiraal van spanning, onrust en vermoeidheid.
Hoe voelt dit in je dagelijks leven?
Klachten die vaak met over-ademen samenhangen zijn onder andere:
-
innerlijke onrust en stress,
-
vermoeidheid en concentratieproblemen,
-
verhoogde spierspanning,
-
snelle verzuring bij inspanning,
-
hartkloppingen of een gejaagd gevoel.
Met andere woorden: je adem lijkt vanzelf te gaan, maar werkt niet meer in jouw voordeel. Gelukkig kun je dit door bewust ademwerk weer herstellen. Met een paar simpele oefeningen krijg je weer grip op je ademhaling en gezondheid.